
Zwarte Peper, zo genoemd vanwege zijn gitzwarte vacht, was een liefdevolle kat. Hij kon spinnen als de beste en wilde altijd geaaid worden. Je kon wel een beetje zien dat hij al een dagje ouder werd. Van een afstandje zag je een prachtige zwarte vacht, van dichterbij oogde hij wat minder gesoigneerd. Een beetje dof en niet zo schoon, zo zag het eruit.
Maar kroelen, dat kon hij als de beste. Als ik de slaapkamerdeur openliet, was hij de eerste die dit ontdekte. De kat die Genoeg heette nam genoegen met een plekje op het voeteneind van het bed; je merkte niet dat ze er was. Maar niet Zwarte Peper. Op een nacht voelde ik hem tegen de gehele lengte van mijn rug aanliggen. Hij leek naar nabijheid te verlangen. Maar toch slaagde hij erin het moment te bederven. Hij liet zich meeslepen door zijn genotzucht en begon pootje voor pootje zijn nagels uit te strekken. In mijn rug….
Nooit vergeet ik de verschrikte blik in zijn ogen op het moment dat ik hem de slaapkamer uitjoeg.
De slaapkamerdeur heb ik daarna altijd dichtgelaten.