Bij de eerste aanblik had ik medelijden met Cassie. Ze mist een oogje en het zag er vurig uit, alsof het permanent geïrriteerd was. Haar baasje liet me weten dat het haar juist beter verging sinds de amputatie, die nodig was vanwege een tumor. Volgens haar baasje was ze niet zielig, maar juist enorm opgeknapt sinds de ingreep.

Cassie is een van de minst benaderbare katten in het huishouden van negen. Meestal draait ze me de rug toe als ik haar wil aaien. Haar favoriete hang-out is een beklede doos op een beschut plekje, op de uiterste hoek van de eettafel bij de muur. Cassie lijkt de oververtegenwoordigde mannen (zes van de negen) te haten. Meestal negeert en ontloopt ze ze. Maar er is er een die al haar knoppen weet te bespelen, en dat is Jackson. Jackson is een prachtige je-weet-wel kater, een rode met leeuwenmanen. Maar lief, dat is hij niet. Hij probeert de baas te spelen over kleine wilde Boris, die het prachtig vindt en er een kat-en-muis-spel van maakt. En zowel Cassie als huisgenote Callie kunnen hem niet uitstaan. Regelmatig komt het voor, dat een van beide dames ogenschijnlijk zonder aanleiding nijdig begint te sissen. Hoe zou dat nou toch komen? Zonder uitzondering hoef ik mijn hoofd maar te draaien om Jackson te zien zitten, de vermoorde onschuld zelve. Wat zou hij toch zeggen, zonder een geluid te maken?
Toch denk ik dat Cassie meer onder de mannelijke overbevolking en Jackson in het bijzonder lijdt dan Callie. Op een dag vind ik bij het stofzuigen een opgedroogde drol onder de eettafel. Onmiddellijk vermoed ik dat zij de schuldige was, de locatie was net iets te dichtbij haar stekje. Baasje Louise bevestigt dit. Haar theorie is, dat de mannen haar iets te dicht op de huid zaten, nu zij dankzij de winterse kou veel vaker binnen waren. Als zij dan onderweg naar de bak een van de heren tegenkwam, haalde zij het soms niet. Een drol van Jackson tussen het kattengrit was een ander plausibele verklaring…
