Om maar te beginnen met het uit de weg ruimen van een algemeen voorkomende vergissing: Noorse mythologie bestaat niet. In plaats daarvan gaat het in betreffende vertellingen over Denemarken, Finland, IJsland, Noorwegen, Zweden en hun overzeese gebieden, waaronder de Faeröer en Groenland: de Noordse landen.
Bij het lezen van de oude verhalen in een hedendaags jasje in het boek ‘Noorse Goden’ van de hand van meesterverteller Neil Gaiman, raakte ik niet alleen meegesleept door diens vertelkunst, ik werd mij er ook van bewust dat in de wereld der goden alles mogelijk is. Zo laat godin van vruchtbaarheid en liefde Freya zich verplaatsen in een door katten voortgetrokken strijdwagen. Zij was namelijk niet alleen mooi, maar ook strijdbaar: regelmatig vocht zij een robbertje mee in veldslagen.
Maar kunnen twee poesjes een – weliswaar goddelijke – volwassen vrouw op eigen kracht van A naar B brengen? Wellicht met behulp van de aanraking met de hand van een god! Maar gezien het gegeven dat Frey door een zwijn en Thor door geiten werd voortgetrokken, moeten we daar misschien niet al te lang bij stilstaan.

Volgens een Russische vertelling waren Freya’s katten een cadeau van dondergod Thor. Nadat hij tijdens het vissen in slaap was gevallen, werd hij ruw gewekt door een vreselijk geluid. Het bleek de magische kat Bayun te zijn, die zijn twee kittens met moeite in slaap had gezongen. Omdat de moeder van de twee kleintjes hem verlaten had, was hij een alleenstaande vader. Hij vroeg om Thor’s hulp en zo kwam die op het idee de kittens aan Freya te schenken. Hierna veranderde Bayun in een vogel en vloog weg. De kittens kwamen onder Freya’s hoede en groeiden op tot de katten die haar strijdwagen trokken: Bygul en Trjegul.