Nadat ik de deur geopend had, stond ik oog in oog met een kleine kat. Ze leek haast op een kitten, maar ik wist dat ze al drie jaar was. Cersei staarde me met grote ogen aan, en vluchtte zodra ik haar aansprak. “Een goed begin is het halve werk,” bedacht ik mij ironisch.
Het bleek echter reuze mee te vallen. Nog geen minuut later stonden we in de keuken recht tegenover elkaar. Zodra ik door de knieën zakte en haar met geruststellende stem uitnodigde met me kennis te komen maken, kwam ze tot mijn verbazing op een drafje naar me toe. De eerste schrik was al snel overwonnen door haar nieuwsgierigheid. Ze snuffelde even aan mijn uitgestoken hand, duwde haar koppie er tegenaan en de connectie was gelegd. In de weken erna volgde ze me – als ze niet lag te slapen – door het hele huis.

Lily zag ik de daaropvolgende uren niet. Ik liep het hele huis meermalen door, maar ze was nergens te vinden. Buiten was ze ook niet. De tuin was nauwkeurig met gaas afgezet om ervoor te zorgen dat ze op eigen terrein zouden blijven, dus ik zou haar daar onmogelijk over het hoofd kunnen zien. Haar baasje om advies vragen was niet mogelijk, die zat op dat moment in een vliegtuig. Maar juist op het moment dat ik bedacht dat ik de gedachte los moest laten, en dat ze dan spoedig tevoorschijn zou komen, viel mijn blik op de twee meter hoge klimtoren in de hoek van de kamer. De achterste toren had een kleine bult in dezelfde kleur wit als het kussen. De bult bewoog, al was het maar een klein beetje.
Beide katten lieten de rest van de dag met rust. Dat verbaasde me, want hun baasje had me ervan vergewist dat ik met twee echte knuffelkatten te maken zou krijgen. Dat was ‘s avonds pas merkbaar, toen ik op de bank had plaatsgenomen. Lily liep eerst meermalen langs en over me heen, om vervolgens met de rug naar me toe naast me plaats te nemen. Niet lang erna begon Cersei behoedzaam om me heen te wandelen. Op mijn schoot lag al een laptop, ze vertoonde vooral speciale interesse in het plekje het dichtst bij mijn buik. Omdat ik een goed verstaander ben, maakte ik plaats voor haar en ze nam onmiddellijk haar positie in.

Voor het naar bed gaan, speelde zich een soortgelijk ritueel af. Zodra ik mij richting slaapkamer begaf, renden beide katten met me mee de trap op. Maar mijn tempo beviel hen niet! Terwijl ik in de badkamer bezig was met het voorbereiden op de nacht, verloren zij hun interesse en verdwenen in een andere kamer, of weer terug naar de benedenverdieping. Zodra ik in bed zat te lezen, hoorde ik voetstappen op de trap. De ene wat lichter, de andere wat zwaarder. Meestal was Lily er eerst. Ze verdween dan eerst onder het bed, om er aan de andere kant weer onder vandaan te komen. Voorzichtig nam ze plaats op de uiterste hoek, om zichzelf uitgebreid te gaan wassen. Cersei volgde meestal niet lang erna. Hetzelfde stappenplan als eerder herhaalde zich: behoedzaam liep ze om me heen, om te kijken of haar lievelingsplekje beschikbaar was. Zodra ik dat voor haar creëerde, nam ze haar positie in. Slapen deed ze doorgaans, terwijl ik op mijn zij lag, achter mijn knieholte. Lily schoof stukje bij beetje meer mijn richting op in de loop van de nacht. Zij was het ook die mij vaak wakker maakte. Bij het krieken van de dag hoorde ik haar vaak al miauwen. Als ik haar negeerde, kwam ze dichterbij om te kijken hoe ik erbij lag. Vervolgens begon ze mijn handen of gezicht te likken, waar ze maar bij kon. Ik kan veel negeren, maar dit vroeg erom mij helemaal onder de dekens te verstoppen.
Gelukkig was zij ook een goed verstaander en liet me na wat vruchteloze pogingen met rust!