Cat behaviour·Cat Family·International sits·Love for cats

Het Meisje met de Gouden Ogen

Het meisje met de gouden ogen draagt de naam Kitty. Ze is geen mens, maar een kat, en een van de rustigste en in eerste instantie een van de minst in het oog lopende leden van een uitgebreide poezenfamilie waar ik sinds enkele jaren op pas. Maar ik heb een absolute zwak voor haar, omdat ik alle wezens die zonder al te veel bombarie hun eigen plan trekken bewonder. 

Het Meisje met de Gouden Ogen

Kitty weet namelijk heel goed wat zij wil, en hoe dat te bereiken. Wil zij naar buiten, dan gaat zij zeker naar buiten. Precies op het juiste tijdstip weet zij, vanaf een zorgvuldig gekozen positie bij de achterdeur, oogcontact te maken. Waarop een vragend ‘miauw?’ volgt. Spoedig gaat de deur voor haar open en achter haar weer dicht. En op het moment dat zij daar klaar voor is, komt ze weer terug naar binnen. Net zoals ze haar moment van vertrek subliem weet te timen, slaagt ze er ook in op exact het juiste moment in de achtertuin te verschijnen. Of ze is geduldig wachtend op het muurtje tegenover de achterdeur te vinden. Het lijkt erop dat zij dat wachten niet heel erg vindt, want zij houdt ervan buiten te zijn. Evengoed brengt zij regelmatig een nachtje buiten in de tuin door. Terwijl de dagen daar heet zijn, brengen de nachten namelijk verkoeling met zich mee. 

Wanneer zij de verkeerde brokjes – die welke zij niet zo lekker vindt – in haar bakje treft, geeft zij dat eveneens duidelijk te kennen. Je ziet haar behoedzaam aan de inhoud ruiken zonder er ook maar eens van te proeven. Waarna ze zich omdraait, je intens aanstaart met haar grote, goudkleurige ogen en haar verzoek vocaliseert. “Niet die, die andere!” Dit houdt zij vol, tot zij heeft bereikt wat zij graag wilde.  

Cat Family·Local sits·Love for cats

De Rakkers

De baasjes van De Rakkers, twee zwartwit gevlekte broertjes die nog net tot de categorie kittens gerekend konden worden, woonden op een ongelooflijk mooi plekje. Op een steenworp afstand van de stad, maar toch echt ‘landelijk’ gelegen. Als je in de woonkamer voor het raam stond, zag je zo de Rotterdamse skyline op de achtergrond van het achter het huis gelegen riviertje. Een plaatje! Om het huis heen lag een flinke lap grond, waar Fynn en Morris, want zo heten de twee broertjes in het echt, naar hartenlust hun gang konden gaan. Hun dagen brachten ze veelal slapend door. Soms kwam ik ze, als ik uit mijn werk kwam, in de tuin tegen. Dan waren ze zo uitgelaten om mij weer te zien, dat ze naar me toe kwamen rennen om vervolgens over het tuinpad heen en weer te rollen! Vermoedelijk kwam van deze zelfmassages de glanzende zwart-witte vacht vandaan. Of ze lagen gebroederlijk in het halletje in hun mandjes, om er enthousiast uit op te springen zodra ik de sleutel in de voordeur stak. Tot op de dag vandaag weet ik niet zeker of de enthousiaste begroetingen voedselgerelateerd waren of niet!

De Rakkers

Hoewel zij geenszins schootkatten waren, vonden ze het heerlijk te kroelen en aangehaald te worden. Spinnen konden ze dan ook als de beste: dan klonk het alsof iemand een machientje had aangezet.
Maar de nacht, dat was hun tijd. Dan kwamen ze pas echt in actie. De ochtend na de eerste nacht van mijn verblijf wist ik dan ook niet wat ik zag! Om te beginnen waren de vloer van de hal en de keuken van effen grijs naar een dessin met zwarte poezenpootjes veranderd. Maar dat was zeer zeker niet wat de meeste aandacht trok. Achter in de keuken lag iets, wat van een afstandje op een gefileerd visje met een hele lange staart leek. Maar welke vis heeft zo’n staart? Omdat ik ook veel lange strepen op de vloer om het visje heen zag, vreesde ik het ergste. En die vrees werd al snel bewaarheid… De keuken leek – zo definieerde hun baasje het na het bekijken van de foto’s – wel op een crime scene. De Rakkers hadden blijkbaar net zo lang met het arme muisje, want daar bleek het uiteindelijk om te gaan, gespeeld tot het bloed aan alle kanten uit hem was gegutst. Dagelijks ze ’s nachts presentjes voor mij achter, die ik dan vlak na het ochtendgloren – het tijdstip dat ik doorgaans opstond – vond. Zelden sloegen zij een dag over! Als dit wel het geval was, dan zorgde ik ervoor dat zij zeker wisten dat ik hen dit helemaal niet kwalijk nam. Sommige dagen werd ik namelijk wel op vier muizen – of soms een iets groter formaat, mogelijk een woelmuis – getrakteerd. Ik heb hen dan ook nooit verteld dat ik eigenlijk panisch voor muizen ben. Alleen al een schijnbeweging in een hoek van de kamer doet mijn hart al op hol slaan. “Ze brengen ze altijd dood naar binnen,” had hun baasje mij van tevoren gerustgesteld. Dat kwam goed uit, want van een dode muis ben ik net iets minder bang dan van een levende. Want er bestaat natuurlijk altijd nog het risico dat zo’n beestje alsnog opspringt!

Slechts twee keer hield Morris zich niet aan deze ongeschreven afspraak. De eerste keer hoorde ik een vreemd geluid in de keuken; alsof iemand hard in piepspeelgoed voor baby’s kneep. Het bleek een babymuisje in doodsnood te zijn. Omdat het lijfje er al behoorlijk gehavend uitzag, heb ik het diertje afgepakt en het ‘karwei’ afgemaakt. En zo bewezen de broertjes mij uiteindelijk een dienst: te weten dat ik in staat ben mijn eigen grenzen te verleggen, als de situatie daarom vraagt! 

Cat behaviour·Local sits·Love for cats

De liefde van een kat, gaat via de maag

Bij de eerste kennismaking met Mila, was zij in geen velden of wegen te bekennen. Niets ongewoons, volgens haar baasjes. Zij bracht, als poes op leeftijd haar dagen sowieso soezend door. Ik heb inderdaad even naar een slapende kat staan kijken.
Tijdens mijn sit bij haar thuis zal ze me dan ook zelden gemist hebben, als ik overdag naar het werk was. Als ik aan het begin van de avond thuiskwam, stond zij echter paraat. Feitelijk waren er twee a drie momenten op een dag dat zij mij met haar aandacht verblijde; met name rond etenstijd. Als oudere kat op dieet was zij tamelijk gefixeerd op deze momenten. Als ik voor dag en dauw wakker werd, hoorde ik haar vaak al luidkeels miauwen. Ik prijsde mij dan ook gelukkig dat zij zich zelden op de topverdieping, waar ik sliep, begaf. Dat deed zij alleen op die dagen, dat ik het erg gortig maakte en uitsliep, bijvoorbeeld wel tot half acht! 

Om haar voor schrokken te behoeden, had ik een voerpuzzel meegenomen. Die kocht ik ooit voor een andere oppaskat, die het zelfs in het holst van de nacht presteerde op het aan de slaapkamer grenzende balkon duidelijk hoorbaarzijn beklag te doen, als zijn maagje knorde. Het hongergevoel blijft wat langer weg met dank aan de puzzel, doordat het eten wat langzamer gaat. Daarbij is het goed voor de grijze cellen. Het duurt wel even voor de kat doorheeft hoe het werkt. Of is het instinct, dat hier in actie treedt?

De liefde van een kat gaat via de maag, werd me ooit toegevoegd. Mijn eigen kat Sheeba, uit een ver verleden, zat altijd en alleen bij mij op schoot. Door onze speciale band, meende ik. ‘Omdat het jouw hand is die voedt’, werd mij door mijn huisgenoot tegengeworpen. Ik voelde mij beledigd, omdat ik was overtuigd van de speciale band tussen Sheeba en mij. Toch moest ik eraan denken, toen ik op Mila paste. De eerste dagen bewaarde zij gepaste afstand. In een later stadium bewoog zij zich steeds meer in mijn richting. Totdat zij uiteindelijk vlak naast mij zat. 

Cat behaviour·Guest Blog·International sits

Gastblog – Blauw

Door Annet Breure

In de afgelopen jaren heb ik het huis waar Tigrou woont regelmatig bezocht. Het is een waar kattenparadijs met een overvloed aan muizen, er woont een dame die veel van katten houdt en er is een open haard om bij te dutten aanwezig. Dit keer ben ik er voor het eerst in de winter. Het brengt me in de gelegenheid alle mogelijke slaaphoudingen die Tigrou in de loop van pakweg 22 uur per dag dutten aanneemt.

Wat me het meest opvalt, is zijn voorkeur voor de blauwe leunstoel. Het lijkt niet meer dan logisch: die staat het dichtst bij de open haard. Maar het duurde niet lang totdat ik tot de realisatie kwam dat Tigrou’s voorkeur alle logica overstijgt. Ook als de stoel verder van de haard vandaan staat, of als die in beslag is genomen door iemand die geen kat op schoot accepteert (de echtgenoot van de dame!), zal hij toch geen andere kiezen. Hij blijft bij de blauwe fauteuil in de buurt en houdt hem nauwlettend in de gaten. 

Zou het de kleur zijn? Er wordt gezegd dat blauw de kleur is die katten het beste kunnen waarnemen. Kan het de geur zijn? De geur van de echtgenoot van de dame des huizes: een verboden vrucht? Is het een territoriaal gevoel, of een soort van kattenprincipe? Tigrou wacht bij zijn stoel tot die weer beschikbaar is, zijn oren half omlaag en een gekwetste blik in de ogen.
Ik moet het hem nageven: Tigrou is een geduldige kat, of, zoals de Fransen het zeggen: ‘têtu’ (oftewel koppig).

Cat behaviour·International sits·Love for cats

Zo doen wij de dingen!

Nadat ik de deur geopend had, stond ik oog in oog met een kleine kat. Ze leek haast op een kitten, maar ik wist dat ze al drie jaar was. Cersei staarde me met grote ogen aan, en vluchtte zodra ik haar aansprak. “Een goed begin is het halve werk,” bedacht ik mij ironisch.
Het bleek echter reuze mee te vallen. Nog geen minuut later stonden we in de keuken recht tegenover elkaar. Zodra ik door de knieën zakte en haar met geruststellende stem uitnodigde met me kennis te komen maken, kwam ze tot mijn verbazing op een drafje naar me toe. De eerste schrik was al snel overwonnen door haar nieuwsgierigheid. Ze snuffelde even aan mijn uitgestoken hand, duwde haar koppie er tegenaan en de connectie was gelegd. In de weken erna volgde ze me – als ze niet lag te slapen – door het hele huis. 

Cersei, plekje ingenomen

Lily zag ik de daaropvolgende uren niet. Ik liep het hele huis meermalen door, maar ze was nergens te vinden. Buiten was ze ook niet. De tuin was nauwkeurig met gaas afgezet om ervoor te zorgen dat ze op eigen terrein zouden blijven, dus ik zou haar daar onmogelijk over het hoofd kunnen zien. Haar baasje om advies vragen was niet mogelijk, die zat op dat moment in een vliegtuig. Maar juist op het moment dat ik bedacht dat ik de gedachte los moest laten, en dat ze dan spoedig tevoorschijn zou komen, viel mijn blik op de twee meter hoge klimtoren in de hoek van de kamer. De achterste toren had een kleine bult in dezelfde kleur wit als het kussen. De bult bewoog, al was het maar een klein beetje. 

Beide katten lieten de rest van de dag met rust. Dat verbaasde me, want hun baasje had me ervan vergewist dat ik met twee echte knuffelkatten te maken zou krijgen. Dat was ‘s avonds pas merkbaar, toen ik op de bank had plaatsgenomen. Lily liep eerst meermalen langs en over me heen, om vervolgens met de rug naar me toe naast me plaats te nemen. Niet lang erna begon Cersei behoedzaam om me heen te wandelen. Op mijn schoot lag al een laptop, ze vertoonde vooral speciale interesse in het plekje het dichtst bij mijn buik.  Omdat ik een goed verstaander ben, maakte ik plaats voor haar en ze nam onmiddellijk haar positie in.

Lily, een mooi meisje

Voor het naar bed gaan, speelde zich een soortgelijk ritueel af. Zodra ik mij richting slaapkamer begaf, renden beide katten met me mee de trap op. Maar mijn tempo beviel hen niet! Terwijl ik in de badkamer bezig was met het voorbereiden op de nacht, verloren zij hun interesse en verdwenen in een andere kamer, of weer terug naar de benedenverdieping. Zodra ik in bed zat te lezen, hoorde ik voetstappen op de trap. De ene wat lichter, de andere wat zwaarder. Meestal was Lily er eerst. Ze verdween dan eerst onder het bed, om er aan de andere kant weer onder vandaan te komen. Voorzichtig nam ze plaats op de uiterste hoek, om zichzelf uitgebreid te gaan wassen. Cersei volgde meestal niet lang erna. Hetzelfde stappenplan als eerder herhaalde zich: behoedzaam liep ze om me heen, om te kijken of haar lievelingsplekje beschikbaar was. Zodra ik dat voor haar creëerde, nam ze haar positie in. Slapen deed ze doorgaans, terwijl ik op mijn zij lag, achter mijn knieholte. Lily schoof stukje bij beetje meer mijn richting op in de loop van de nacht. Zij was het ook die mij vaak wakker maakte. Bij het krieken van de dag hoorde ik haar vaak al miauwen. Als ik haar negeerde, kwam ze dichterbij om te kijken hoe ik erbij lag. Vervolgens begon ze mijn handen of gezicht te likken, waar ze maar bij kon. Ik kan veel negeren, maar dit vroeg erom mij helemaal onder de dekens te verstoppen.
Gelukkig was zij ook een goed verstaander en liet me na wat vruchteloze pogingen met rust!

Cat behaviour·International sits·Love for cats

Houdt je vrienden dichtbij

Een paradijs voor katten, zo oogden de flat waar Paddington en Daisy woonden en de nabije omgeving. Binnen mochten ze overal komen, er stond altijd een volle bak voer klaar en via het kattenluik konden ze naar buiten als ze dat wilden. In een parkachtige omgeving omgeven door hoge bomen stond een aantal gebouwen op respectabele afstand van elkaar. Daar konden beide katten naar hartenlust ravotten; en dat deden zij. 

“Mijn katten kunnen niet met elkaar overweg,” vertelde hun baasje van tevoren. “Sinds Paddington er is, komt Daisy bijna nooit meer thuis”. In de loop der jaren heb ik legio verhalen gehoord over oudere katten die zich van hun troon verstoten voelen door de komst van een kitten. Alleen, Daisy kon met haar amper een jaar oud niet echt een kat op leeftijd genoemd worden! Toch vertoonde zij alle verschijnselen van een oudere dame die het leven zuur wordt gemaakt met de komst van een enfant terrible. Paddington was met zijn half jaar oud nog superspeels en het duurde niet lang voor ik het met mijn eigen ogen zag gebeuren: een argeloos door de flat lopende Daisy werd letterlijk door haar op de loer liggende kwelgeest besprongen. Niet één keer, maar met de regelmaat van de klok! Gelukkig stond zij haar mannetje en met het nodige gesnauw en gegrauw maakte zij duidelijk dat zij van dergelijk gedrag niet gediend was. 

Daisy in relaxmodus

Paddington was een genot om te observeren! Als hij in de tuin speelde, waren dure speeltjes van de dierenwinkel volstrekt onnodig. Vogels, vliegjes, een bewegend herfstblaadje of de manier waarop het licht tussen de boomtakken heen viel waren voldoende. Hij kon zich overal mee amuseren.
Wat Daisy buiten deed, dat weet ik niet. Zij verdween meestal uit zicht zodra zij door het kattenluik heen was. 

Paddington, alert als altijd.

Toch had ik niet het idee dat de flat te klein was voor beide katten. Sowieso was er letterlijk voldoende ruimte voor allebei om te bivakkeren zonder elkaar voor de voeten te lopen. Dat Paddington zich niet altijd aan deze ongeschreven kattenregel hield, was een tweede!
Er waren voldoende momenten, gedurende welke het wel lukte. Dan lag de een in de kinderkamer, en de ander in een mandje vlak naast mij. Of was de een in de tuin aan het spelen terwijl de ander in de zon op de rugleuning van de fauteuil voor het raam lag. “Houd je vrienden dichtbij, maar je vijanden dichterbij,” dacht mijn ironische zelf.

Zouden ze inmiddels tot een status quo zijn gekomen? 

Cat behaviour·Local sits·Love for cats

Goeiemorgen!

Lily is niet altijd de gemakkelijkste om op te passen…. Dit komt vooral, omdat zij een nachtelijke miauwer is. Ik zou niet zo gauw weten waarom ze dat doet, want er zit altijd voer in haar bakje. Voorheen was het erger, maar toen was het te verklaren: haar maatje Suus net overleden. Het geluid galmde door het trappenhuis, zo luid dat ik bang was dat de buren hun beklag zouden komen doen! Maar dat is nooit gebeurd, en inmiddels lijkt Lily eraan gewend te zijn een kat alleen te zijn!
Alleen die nachten, die lijken toch nog steeds te lang te duren naar haar zin. Het liefst komt ze nog voor het krieken van de dag bij mijn hoofdkussen staan, om te miauwen op een manier die het midden houdt tussen bozig en klagelijk. Omdat ik heb geleerd dat ongewenst gedrag van katten genegeerd dient te worden, omdat het tegendeel een bevestiging is, probeer ik dat altijd keurig netjes vol te houden. Maar Lily is ook niet van gisteren: na een tijdje is ze het wachten zat en begint ze ongeduldig met een pootje tegen mijn hoofd te tikken. Is ze me toch te slim af geweest; helaas kan ik hierop niet anders reageren dan haar de toegang tot de slaapkamer te ontzeggen. In tegenstelling tot haar, kan ik niet de hele dag opgekruld op de bank liggen dutten! Soms werkt de tactiek van buitensluiting, maar niet altijd: dan blijft ze me beledigd van de andere kant van de deur toemiauwen. Het gebeurt niet vaak, maar als het echt te lang duurt, dan zorg ik ervoor dat ze ook niet op de overloop kan komen. Om een of andere reden hoor ik haar als ze beneden in de woonkamer moet blijven niet lang meer. Ze is dan nog wel dichtbij genoeg om haar te kunnen horen, maar toch lijkt ze er dan snel mee te stoppen. Misschien is het haar dan duidelijk dat het mij menens is? 

Gelukkig word ik de ochtend erop altijd weer met enthousiasme onthaald. Ze miauwt me kittig toe, alsof ze wil zeggen: “Nou, hèhè, ben je daar dan eindelijk” Dan drentelt ze eerst naar haar favoriete krabpaal, om een aantal maal haar nagels erlangs te halen. Vervolgens is het tijd voor onze ochtenddans. Ze loopt me zo nauwgezet voor de voeten, het lijkt wel een tango! Als mijn rechterbeen naar voren gaat, schiet zij voor mijn linkervoet. Als mijn linkervoet naar voren gaat, verplaatst zij zich naar rechts. Bij elke pas moet ik mijn best doen, haar niet te schoppen of over haar te struikelen!
Mijn eerste goede daad van de dag is, haar te verwennen met haar favoriete hapje. De rust keert daarna snel weer. Maar pas echt ontspannen doet ze, als ik ga zitten voor mijn ontbijt. Daar gaat ze lekker voor liggen! Alsof ze weet, dat haar dag dan ook kan beginnen! 

Cat behaviour·Cat Family·International sits

Het leven begint bij vijftien (als je een kat bent)

Toen Tonguç 15 was, begon ze plotseling ander gedrag te vertonen. Geboren in de straten van Istanbul was ze ooit liefdevol opgenomen door haar baasje en meegenomen naar het eiland Büyükada. Daar had ze een heerlijk leventje: een dak boven het hoofd, altijd eten en vers water in haar bakje en een weelderige tuin om in te ravotten. Maar dat ravotten, dat deed Tonguç niet echt, want ze was een beetje een huismus. Zodra ze het huis had verlaten, wilde ze meestal niet lang erna weer terug naar binnen! Gedenkwaardig was de zomer tijdens welke ik een online yogacursus deed en zij haar plek op mijn schoot claimde, terwijl ik… trachtte te mediteren!

Samen op de yogamat

Bij terugkeer, een jaar later, viel haar afwezigheid in huis dan ook gelijk op. Voorheen draaide zij al snel miauwend om mijn benen heen: “Hallo, ik ben hier! Ik ben hier! Heb je me wel gezien? Til me eens op!!” En dan moest er geknuffeld en gekroeld worden, want aandacht was alles voor haar.
Geen wonder dat ik met stomheid geslagen was, toen haar baasje uitlegde wat de oorzaak van haar afwezigheid was. Tonguç woonde nu buiten en kwam alleen af en toe binnen om een hapje te eten. “Ik snap het wel, het is in huis veel te warm voor haar,” legde zij uit. Het verbaasde mij toch, want elke keer dat ik had opgepast was het zomer, dus heet geweest. Dit was een radicale ommekeer en nadat ik eerst ‘hoe ouder hoe gekker’ lachte, veranderde ik al snel van gedachten. Vanaf het balkon kon ik namelijk precies zien wat zij op haar nieuwe stekje deed. Dat ze daar een plekje in de schaduw had om heerlijk te dutten, was al snel duidelijk. Maar zodra ik met mijn eigen ogen zag, hoe zij haar tijd vulde, begreep ik het pas echt. Ondanks haar respectabele leeftijd was Tonguç namelijk nog steeds een schoonheid. Veel eilandbezoekers beschouwen de lokale katten als een toeristische bezienswaardigheid en dat resulteerde in heel veel aandacht voor haar. Zodra er contact gelegd was – meestal doordat iemand op zoetgevooisde toon een opmerking over haar uiterlijk maakte waarna er oogcontact tot stand kwam – begon het gekroel. Meestal met meisjes van alle leeftijden, maar ook mannen waren niet ongevoelig voor haar charmes! Soms kreeg ze zelfs een handje kattenbrokjes cadeau, maar daar was het haar helemaal niet om te doen. Het was wel de reden dat haar zoon, een stoere kater, haar begon te vergezellen in het geflirt, maar het ging haar puur om de aandacht. 
Na een poosje aaien, loopt zelfs de meest doorgewinterde kattenvriend weer verder. Gelukkig voor Tonguç duurde het doorgaans niet lang, voordat de volgende kandidaat van zijn fiets stapte om haar persoonlijk te
begroeten. 

Koningin van de tuin

Niets mis met ouder worden, het leven van een kat begint immers pas bij vijftien! 

Cat behaviour·Cat Family·International sits·Street cats

Een zwaar leven

Het valt niet altijd mee een onderhouden kat te zijn, zeker in een wereld waar veel soortgenoten op straat leven en hun kostje zelf bij elkaar moeten scharrelen. Zelfs als zij driemaal daags een maaltijd mogen ontvangen van een welwillende huizenbezitter! Vaak heb ik mij afgevraagd of de ‘huiskatten’ als minder worden aangezien door hun buitenlevende broeders en zusters. De manier waarop mijn protegeetjes zich een weg naar buiten baanden, manmoedig tussen de miauwende hongerlappen doorlopend; het was te grappig om te zien hoe ze daar allemaal verschillend op reageren! 

ÇıtÇıt deed het gewoon! Weliswaar geïrriteerd mauwend, en onderweg her en der een corrigerende tik uitdelend aan overmoedige, brutale jongelingen; doelbewust vervolgde hij zijn pad. Kitty, met haar talent onzichtbaar te zijn, deed het in feite ook zo, minus het commentaar en de klappen. Hitler is een grote jongen, hij gaat zijn eigen gang en de eerste kat die een poot naar hem durft uit te steken moet ik nog tegenkomen! Tonguç begon er meestal niet eens aan. Als zij een blik richting achterdeur wierp en daar iets wat maar enigszins op een andere kat leek ontwaarde, hoefde het voor haar niet meer. Dan liep zij naar de voordeur, om daar net zo lang te wachten tot ik haar via die weg naar buiten liet! Jerry was voorzichtig. Hij koos zijn moment, bijvoorbeeld als de tuinkatten net zaten te eten. Dan huppelde hij opgewekt langs ze, hoewel nooit zonder naar ze te miauwen. “Dat het maar mag smaken, vrienden!” vermoed ik dat hij ze blijmoedig toeriep. 

Yeter, de tuin overziend vanaf een veilige hoogte..

Yeter was een heel ander verhaal. Bij de eerste ontmoeting, drie jaar eerder, kwam zij ook graag in de tuin. Dat hield in haar geval in, dat ze thuiskwam om te eten en te slapen en verder altijd buiten was. Dat was nu anders; ze was nagenoeg altijd binnen. Volgens haar baasje omdat ze bang was voor Lily, een van de kittens van een jaar eerder. Inmiddels uitgegroeid tot een stevige jongedame, grappig en brutaal. De enige die er elke dag wel een keertje in slaagde de keuken in te glippen en uit het bakje van de huiskatten te snoepen. En als zij de kans kreeg: nieuwsgierig een rondje door het huis te lopen om te kijken wat daar allemaal te zien was! 

Lily, slapend met een oog half open.

Maar tegen de arme Yeter was zij helemaal niet zo lief. Die wist uit nervositeit niet zo goed hoe ze zich onzichtbaar moest maken bij het betreden van de tuin. Ze durfde sowieso alleen maar als er geen andere katten op het hoger gelegen terras waren. Maar terwijl zij haar weg vervolgde, moest ze om een of andere reden toch de aandacht naar zich toe trekken door zachtjes te miauwen. “Sla mij alsjeblieft niet, ik ben een lief poesje,” zou ze zomaar gezegd kunnen hebben. En voor ze wist wat haar overkwam: daar was Lily, en weg was Yeter. Ze liet zich letterlijk wegjagen en gelukkig was zij snel: in een zucht naar de bodem van de tuin, de boom in en de muur over, naar een ander territorium. Later was het geen eenvoudige taak haar weer naar binnen te lokken. Bij de buren was het veilig want rustig, maar de eigen tuin was drukbevolkt met katten die op hun maaltje wachten. Yeter beetpakken en mee naar binnen dragen was geen optie vanwege haar angstige persoonlijkheid. Het zou haar alleen maar banger gemaakt hebben. Het was een simpele kwestie van het poezenvolk afleiden op de meest geschikte manier: met eten. En zo de gelegenheid te creëren voor de verlegen dame om weer veilig terug naar huis te keren.