Cat behaviour·Cat Family·International sits·Love for cats

Het Meisje met de Gouden Ogen

Het meisje met de gouden ogen draagt de naam Kitty. Ze is geen mens, maar een kat, en een van de rustigste en in eerste instantie een van de minst in het oog lopende leden van een uitgebreide poezenfamilie waar ik sinds enkele jaren op pas. Maar ik heb een absolute zwak voor haar, omdat ik alle wezens die zonder al te veel bombarie hun eigen plan trekken bewonder. 

Het Meisje met de Gouden Ogen

Kitty weet namelijk heel goed wat zij wil, en hoe dat te bereiken. Wil zij naar buiten, dan gaat zij zeker naar buiten. Precies op het juiste tijdstip weet zij, vanaf een zorgvuldig gekozen positie bij de achterdeur, oogcontact te maken. Waarop een vragend ‘miauw?’ volgt. Spoedig gaat de deur voor haar open en achter haar weer dicht. En op het moment dat zij daar klaar voor is, komt ze weer terug naar binnen. Net zoals ze haar moment van vertrek subliem weet te timen, slaagt ze er ook in op exact het juiste moment in de achtertuin te verschijnen. Of ze is geduldig wachtend op het muurtje tegenover de achterdeur te vinden. Het lijkt erop dat zij dat wachten niet heel erg vindt, want zij houdt ervan buiten te zijn. Evengoed brengt zij regelmatig een nachtje buiten in de tuin door. Terwijl de dagen daar heet zijn, brengen de nachten namelijk verkoeling met zich mee. 

Wanneer zij de verkeerde brokjes – die welke zij niet zo lekker vindt – in haar bakje treft, geeft zij dat eveneens duidelijk te kennen. Je ziet haar behoedzaam aan de inhoud ruiken zonder er ook maar eens van te proeven. Waarna ze zich omdraait, je intens aanstaart met haar grote, goudkleurige ogen en haar verzoek vocaliseert. “Niet die, die andere!” Dit houdt zij vol, tot zij heeft bereikt wat zij graag wilde.  

Cat Family·Local sits·Love for cats

De Rakkers

De baasjes van De Rakkers, twee zwartwit gevlekte broertjes die nog net tot de categorie kittens gerekend konden worden, woonden op een ongelooflijk mooi plekje. Op een steenworp afstand van de stad, maar toch echt ‘landelijk’ gelegen. Als je in de woonkamer voor het raam stond, zag je zo de Rotterdamse skyline op de achtergrond van het achter het huis gelegen riviertje. Een plaatje! Om het huis heen lag een flinke lap grond, waar Fynn en Morris, want zo heten de twee broertjes in het echt, naar hartenlust hun gang konden gaan. Hun dagen brachten ze veelal slapend door. Soms kwam ik ze, als ik uit mijn werk kwam, in de tuin tegen. Dan waren ze zo uitgelaten om mij weer te zien, dat ze naar me toe kwamen rennen om vervolgens over het tuinpad heen en weer te rollen! Vermoedelijk kwam van deze zelfmassages de glanzende zwart-witte vacht vandaan. Of ze lagen gebroederlijk in het halletje in hun mandjes, om er enthousiast uit op te springen zodra ik de sleutel in de voordeur stak. Tot op de dag vandaag weet ik niet zeker of de enthousiaste begroetingen voedselgerelateerd waren of niet!

De Rakkers

Hoewel zij geenszins schootkatten waren, vonden ze het heerlijk te kroelen en aangehaald te worden. Spinnen konden ze dan ook als de beste: dan klonk het alsof iemand een machientje had aangezet.
Maar de nacht, dat was hun tijd. Dan kwamen ze pas echt in actie. De ochtend na de eerste nacht van mijn verblijf wist ik dan ook niet wat ik zag! Om te beginnen waren de vloer van de hal en de keuken van effen grijs naar een dessin met zwarte poezenpootjes veranderd. Maar dat was zeer zeker niet wat de meeste aandacht trok. Achter in de keuken lag iets, wat van een afstandje op een gefileerd visje met een hele lange staart leek. Maar welke vis heeft zo’n staart? Omdat ik ook veel lange strepen op de vloer om het visje heen zag, vreesde ik het ergste. En die vrees werd al snel bewaarheid… De keuken leek – zo definieerde hun baasje het na het bekijken van de foto’s – wel op een crime scene. De Rakkers hadden blijkbaar net zo lang met het arme muisje, want daar bleek het uiteindelijk om te gaan, gespeeld tot het bloed aan alle kanten uit hem was gegutst. Dagelijks ze ’s nachts presentjes voor mij achter, die ik dan vlak na het ochtendgloren – het tijdstip dat ik doorgaans opstond – vond. Zelden sloegen zij een dag over! Als dit wel het geval was, dan zorgde ik ervoor dat zij zeker wisten dat ik hen dit helemaal niet kwalijk nam. Sommige dagen werd ik namelijk wel op vier muizen – of soms een iets groter formaat, mogelijk een woelmuis – getrakteerd. Ik heb hen dan ook nooit verteld dat ik eigenlijk panisch voor muizen ben. Alleen al een schijnbeweging in een hoek van de kamer doet mijn hart al op hol slaan. “Ze brengen ze altijd dood naar binnen,” had hun baasje mij van tevoren gerustgesteld. Dat kwam goed uit, want van een dode muis ben ik net iets minder bang dan van een levende. Want er bestaat natuurlijk altijd nog het risico dat zo’n beestje alsnog opspringt!

Slechts twee keer hield Morris zich niet aan deze ongeschreven afspraak. De eerste keer hoorde ik een vreemd geluid in de keuken; alsof iemand hard in piepspeelgoed voor baby’s kneep. Het bleek een babymuisje in doodsnood te zijn. Omdat het lijfje er al behoorlijk gehavend uitzag, heb ik het diertje afgepakt en het ‘karwei’ afgemaakt. En zo bewezen de broertjes mij uiteindelijk een dienst: te weten dat ik in staat ben mijn eigen grenzen te verleggen, als de situatie daarom vraagt! 

Cat behaviour·Cat Family·International sits

Het leven begint bij vijftien (als je een kat bent)

Toen Tonguç 15 was, begon ze plotseling ander gedrag te vertonen. Geboren in de straten van Istanbul was ze ooit liefdevol opgenomen door haar baasje en meegenomen naar het eiland Büyükada. Daar had ze een heerlijk leventje: een dak boven het hoofd, altijd eten en vers water in haar bakje en een weelderige tuin om in te ravotten. Maar dat ravotten, dat deed Tonguç niet echt, want ze was een beetje een huismus. Zodra ze het huis had verlaten, wilde ze meestal niet lang erna weer terug naar binnen! Gedenkwaardig was de zomer tijdens welke ik een online yogacursus deed en zij haar plek op mijn schoot claimde, terwijl ik… trachtte te mediteren!

Samen op de yogamat

Bij terugkeer, een jaar later, viel haar afwezigheid in huis dan ook gelijk op. Voorheen draaide zij al snel miauwend om mijn benen heen: “Hallo, ik ben hier! Ik ben hier! Heb je me wel gezien? Til me eens op!!” En dan moest er geknuffeld en gekroeld worden, want aandacht was alles voor haar.
Geen wonder dat ik met stomheid geslagen was, toen haar baasje uitlegde wat de oorzaak van haar afwezigheid was. Tonguç woonde nu buiten en kwam alleen af en toe binnen om een hapje te eten. “Ik snap het wel, het is in huis veel te warm voor haar,” legde zij uit. Het verbaasde mij toch, want elke keer dat ik had opgepast was het zomer, dus heet geweest. Dit was een radicale ommekeer en nadat ik eerst ‘hoe ouder hoe gekker’ lachte, veranderde ik al snel van gedachten. Vanaf het balkon kon ik namelijk precies zien wat zij op haar nieuwe stekje deed. Dat ze daar een plekje in de schaduw had om heerlijk te dutten, was al snel duidelijk. Maar zodra ik met mijn eigen ogen zag, hoe zij haar tijd vulde, begreep ik het pas echt. Ondanks haar respectabele leeftijd was Tonguç namelijk nog steeds een schoonheid. Veel eilandbezoekers beschouwen de lokale katten als een toeristische bezienswaardigheid en dat resulteerde in heel veel aandacht voor haar. Zodra er contact gelegd was – meestal doordat iemand op zoetgevooisde toon een opmerking over haar uiterlijk maakte waarna er oogcontact tot stand kwam – begon het gekroel. Meestal met meisjes van alle leeftijden, maar ook mannen waren niet ongevoelig voor haar charmes! Soms kreeg ze zelfs een handje kattenbrokjes cadeau, maar daar was het haar helemaal niet om te doen. Het was wel de reden dat haar zoon, een stoere kater, haar begon te vergezellen in het geflirt, maar het ging haar puur om de aandacht. 
Na een poosje aaien, loopt zelfs de meest doorgewinterde kattenvriend weer verder. Gelukkig voor Tonguç duurde het doorgaans niet lang, voordat de volgende kandidaat van zijn fiets stapte om haar persoonlijk te
begroeten. 

Koningin van de tuin

Niets mis met ouder worden, het leven van een kat begint immers pas bij vijftien! 

Cat behaviour·Cat Family·International sits·Street cats

Een zwaar leven

Het valt niet altijd mee een onderhouden kat te zijn, zeker in een wereld waar veel soortgenoten op straat leven en hun kostje zelf bij elkaar moeten scharrelen. Zelfs als zij driemaal daags een maaltijd mogen ontvangen van een welwillende huizenbezitter! Vaak heb ik mij afgevraagd of de ‘huiskatten’ als minder worden aangezien door hun buitenlevende broeders en zusters. De manier waarop mijn protegeetjes zich een weg naar buiten baanden, manmoedig tussen de miauwende hongerlappen doorlopend; het was te grappig om te zien hoe ze daar allemaal verschillend op reageren! 

ÇıtÇıt deed het gewoon! Weliswaar geïrriteerd mauwend, en onderweg her en der een corrigerende tik uitdelend aan overmoedige, brutale jongelingen; doelbewust vervolgde hij zijn pad. Kitty, met haar talent onzichtbaar te zijn, deed het in feite ook zo, minus het commentaar en de klappen. Hitler is een grote jongen, hij gaat zijn eigen gang en de eerste kat die een poot naar hem durft uit te steken moet ik nog tegenkomen! Tonguç begon er meestal niet eens aan. Als zij een blik richting achterdeur wierp en daar iets wat maar enigszins op een andere kat leek ontwaarde, hoefde het voor haar niet meer. Dan liep zij naar de voordeur, om daar net zo lang te wachten tot ik haar via die weg naar buiten liet! Jerry was voorzichtig. Hij koos zijn moment, bijvoorbeeld als de tuinkatten net zaten te eten. Dan huppelde hij opgewekt langs ze, hoewel nooit zonder naar ze te miauwen. “Dat het maar mag smaken, vrienden!” vermoed ik dat hij ze blijmoedig toeriep. 

Yeter, de tuin overziend vanaf een veilige hoogte..

Yeter was een heel ander verhaal. Bij de eerste ontmoeting, drie jaar eerder, kwam zij ook graag in de tuin. Dat hield in haar geval in, dat ze thuiskwam om te eten en te slapen en verder altijd buiten was. Dat was nu anders; ze was nagenoeg altijd binnen. Volgens haar baasje omdat ze bang was voor Lily, een van de kittens van een jaar eerder. Inmiddels uitgegroeid tot een stevige jongedame, grappig en brutaal. De enige die er elke dag wel een keertje in slaagde de keuken in te glippen en uit het bakje van de huiskatten te snoepen. En als zij de kans kreeg: nieuwsgierig een rondje door het huis te lopen om te kijken wat daar allemaal te zien was! 

Lily, slapend met een oog half open.

Maar tegen de arme Yeter was zij helemaal niet zo lief. Die wist uit nervositeit niet zo goed hoe ze zich onzichtbaar moest maken bij het betreden van de tuin. Ze durfde sowieso alleen maar als er geen andere katten op het hoger gelegen terras waren. Maar terwijl zij haar weg vervolgde, moest ze om een of andere reden toch de aandacht naar zich toe trekken door zachtjes te miauwen. “Sla mij alsjeblieft niet, ik ben een lief poesje,” zou ze zomaar gezegd kunnen hebben. En voor ze wist wat haar overkwam: daar was Lily, en weg was Yeter. Ze liet zich letterlijk wegjagen en gelukkig was zij snel: in een zucht naar de bodem van de tuin, de boom in en de muur over, naar een ander territorium. Later was het geen eenvoudige taak haar weer naar binnen te lokken. Bij de buren was het veilig want rustig, maar de eigen tuin was drukbevolkt met katten die op hun maaltje wachten. Yeter beetpakken en mee naar binnen dragen was geen optie vanwege haar angstige persoonlijkheid. Het zou haar alleen maar banger gemaakt hebben. Het was een simpele kwestie van het poezenvolk afleiden op de meest geschikte manier: met eten. En zo de gelegenheid te creëren voor de verlegen dame om weer veilig terug naar huis te keren.

Cat behaviour·Cat Family·Local sits·Love for cats

Met zijn vieren

Hoe meer katten hoe beter is mijn devies! Het brengt misschien wat meer schoonmaakwerk met zich mee, maar ik geniet ervan hoe de persoonlijkheden van de diverse poezen tot hun recht komen in een groter gezelschap. Mogelijk omdat elk karakter contrasteert aan die van de anderen. Een grote kattenfamilie is als de cast van een toneelstuk waar ik onophoudelijk naar kan kijken! Niet voor niets staat het doen van vrijwilligerswerk in een kattenkolonie hoog op mijn verlanglijstje. 

Steeds als ik in de gelegenheid ben op meer dan (pakweg) twee poezen te passen, klopt mijn hart een beetje sneller. Zoals een sit bij Toga, Cheetara en Vitorio, drie Braziliaanse katten die samen met hun baasjes naar Nederland verkasten. Bij binnenkomst ademt het huis ‘poezenfamilie’ uit; overal kussentjes en mandjes waar ze kunnen vertoeven. Op de vensterbank, bovenop een kast, waarvandaan de gehele ruimte kan worden overzien. Maar ook plekjes om zich in alle rust terug te trekken. Vitorio kijkt me vanaf zijn uitkijkpunt nieuwsgierig aan, en snuffelt enthousiast aan mijn uitgestoken hand. In een mum van tijd heb ik een nieuwe vriend gemaakt. 
Ook met Toga gaat het leggen van contact onverwachts gemakkelijk. Hij is een heer op leeftijd, die wat stijfjes loopt en je aankijkt of hij chagrijnig is. Maar als ik ’s avonds rustig met Vitorio op schoot op de bank zit, komt hij polshoogte nemen. Het is duidelijk dat hij liefst op mijn schoot zou komen zitten, maar dat gaat niet: zijn huisgenootje neemt alle ruimte in beslag. Toga neemt genoegen met het plekje vlak naast me, op de armleuning van de bank. Mijn poezenmoederhart klopt blij!

Het past maar net: Vitorio, Toga en ik

Cheetara is echter een heel ander verhaal. Baasje Louise liet me al weten dat zij extreem verlegen is en zich doorgaans na verloop van een paar dagen pas laat zien. Omdat deze sit maar voor vier dagen gepland is, spant het erom of ik überhaupt kennis met haar zal maken. Haar domein is de zolder, het gezellige atelier van haar baasje. Dat weet ik, omdat die me dat vertelt als ik haar ongerust laat weten dat Cheetara in geen velden of wegen te bekennen is! Genoeg hoekjes waar ze zich daar kan verschansen. 
Als ik aan het einde van de eerste dag op zolder een boek lees, neem ik haar voederbakje gevuld met vlees mee naar boven. Vanaf de bank zie ik haar niet, maar ik hoor overduidelijk hoe zij zich eraan te goed doet! Als ik wat later op sta, is het bakje keurig schoongelikt! 
Op de laatste avond is het zover. Terwijl ik in de woonkamer zit, komt er plotseling een bliksemflits langs: het is Cheetara, op zoek naar een lekker hapje. Zodra ik in beweging kom, maakt zij zich uit de voeten; de kamer uit en de trap op. Ik controleer de bakjes van de poezen en houd me stil. Ze komt inderdaad terug en begint met me te communiceren. Ze loopt heen en weer, houdt me in de gaten en miauwt dat het een lieve lust is. Rustig en vriendelijk praat ik terug, niet helemaal zeker wat ze nu wil. Niet veel later springt ze naast me op de bank. Ze heeft onvoldoende rust om naast me te komen zitten, maar nieuwsgierig is ze wel. Ze snuffelt behoedzaam aan mijn uitgestoken hand, maar komt niet zo dichtbij dat ik haar kan aaien. Tenminste; niet gelijk. Na een kort spel van benaderen en terugtrekken, staat ze me toch toe dat ik haar in haar hals kriebel… en geniet ervan. Uiteindelijk ga ik veel later naar bed dan gepland, omdat ze toch naast me komt liggen, uitgebreid genietend van de liefkozingen. 

Cheetara’s overgave

Als ik de foto de dag erop aan haar baasje stuur, is ze onder de indruk: “Wow, zo snel! Je moet wel een kattenfluisteraar zijn!”
En laat ik dat nou altijd al hebben willen zijn!

Cat Family·International sits·Love for cats·Street cats

Kittens!

Zelf ben ik in mijn volwassen leven slechts eenmaal kattenbezitter geweest. Tijdens een bezoekje aan een vriendin van een vriendin had ik een klik met diens kat, die prompt innig tevreden op mijn schoot kwam zitten. “Wil je haar hebben?” vroeg de vrouw des huizes, “mijn man vindt dat we al genoeg huisdieren hebben.
Bij de eerste gelegenheid hield ik nog voet bij stuk, bij de tweede keer ging ik naar huis met een kattenbak, een weekendvoorraad voer en kattengrit en een schoonheid in een reismandje. Ik had een huisgenootje! Ze zeggen dat de poes haar baasje uitkiest; ik ben ervan overtuigd dat het in dit geval wederzijds was. 

Nog geen twee weken later moest ik samen met een vriendin constateren dat er iets geks met mijn huisgenootje aan de hand was. Je kon zowat alles met haar doen, maar haar buik aanraken mocht niet. Zou ze soms…..? 
Ja, ze was zwanger. Nog geen maand na aankomst had ik niet één, maar vijf katten in huis. Een moeder met haar vier kittens. Het was een aanslag op de luchtwegen, maar o wat een plezier had ik ervan. Zoals een toenmalige kennis het uitdrukte: Kittens zijn beter amusement dan tv.

Leren in een boom te klimmen

Sommige sits hebben een toegevoegde bonus. Vaak is dat de locatie. Een plek waar ik altijd al heen wilde, of juist niet, maar waar ik het vervolgens enorm naar mijn zin had. Of omstandigheden, zoals bijvoorbeeld Parijs in de sneeuw. Een mooi of bijzonder huis is ook van toegevoegde waarde.
Maar de slagroom op de taart die catsitten vaak is, zijn kittens! Het plan bestond al terug te keren naar een vorige bestemming, de aanwezigheid van jonge poesjes maakte dit extra aanlokkelijk. Dus toog ik voor een tweede maal naar Büyükada.
Met de kleine Lily en Mimi in de tuin had ik alle vertier die ik mij kon wensen. Bij het openen van de achterdeur werd ik enthousiast begroet door beide kleintjes, die hun stem nog maar net begonnen te ontdekken, in koor met hun moeder en diverse ooms, tantes, neefjes en nichtjes. Als tuinkatten hadden de kleintjes een streepje voor, ik hield nauwlettend in de gaten of de anderen hun portie voer niet wegkaapten. Ze verbleven in een veilige omgeving. Het was hartverwarmend om te zien hoe er gezamenlijk gegeten werd en in ieder geval de vaste tuinklanten ervoor zorgden dat de kleintjes niets tekort kwamen. 

Alles is speelgoed!

Op een dag miste ik Mimi bij de lunch, terwijl zij met haar zusje doorgaans vooraan stond als het etenstijd was. Na het uitdelen vond ik Mimi al snel in een stoel. Het verontruste mij enigszins, omdat haar gedrag zo anders was dan wat zij normaal vertoonde. Rammelen met het bakje kattenbrokjes ontlokte geen enkele reactie. Ik probeerde haar te verleiden met wat natvoer; ze slobberde alleen maar de vloeistof op om vervolgens weer in haar stoel te gaan liggen. Ruggenspraak met haar baasje leidde tot de beslissing dat ik haar voorlopig even bij mij zou houden om haar nauwlettend in de gaten te kunnen houden. Dat bracht weer leven in de brouwerij! De jongedame liet duidelijk blijken dat zij haar plekjein de tuin prefereerde door bij de achterdeur te miauwen, voor zover zij daar al toe in staat was. Ik opende de achterdeur, waarna zij haar plaats op het terras weer innam. Weliswaar iets minder dichtbij, maar ook daar kon ik haar in de gaten houden. Ik creëerde een extra schaduwplekje voor haar, om haar vervolgens haar rust te gunnen. En inderdaad: de volgende dag was zij de levendigheid zelve weer. Zoals het een kitten betaamt. 

Cat behaviour·Cat Family·International sits·Love for cats

Shakira is weggegaan van huis

Shakira is niet de makkelijkste poes; je hebt niet zomaar contact met haar. Althans, het is mij nooit echt gelukt. Vakkundig ontweek ze mijn hand als ze langs me liep. Ze kwam en ze ging wanneer het haar beliefde. In de praktijk betekende dit dat ze thuiskwam om te eten, daarna vertrok ze weer. Een keertje leek ze thuis te willen slapen, maar in het holst van de nacht werd ik wakker van een enorm kabaal ergens boven mijn hoofd. Het was Shakira; ze zocht een uitweg door in de hor te klimmen die voor het slaapkamerraam zat om de muggen buiten te houden. Ze keek bijzonder gefrustreerd en leek blij dat ik de achterdeur voor haar opende zodat zij de donkere nacht in kon verdwijnen. De avond erna stuurde ik haar omstreeks bedtijd naar buiten. Dat vond ze niet leuk, maar het leek mij beter dan haar de horren te laten ruineren! 

De dag daarna kwam echter ze niet thuis! Daar had ik onmiddellijk een slecht gevoel over, zou ze soms gedacht hebben dat ik haar weg had gestuurd? Wat natuurlijk feitelijk het geval was…. Voelde ze zich soms niet welkom meer? Terwijl ze daarvoor altijd stipt op tijd thuis was voor haar maaltje. Soms ook tussen maaltijden door. Maar gelukkig doo ze vanzelf weer op, een dagje later. Tot mijn grote opluchting. 

Shakira, still home

Enkele weken later, nadat ik naar huis was teruggekeerd, kreeg ik bericht van haar baasje. 

“Wist je dat Shakira van huis  is weggegaan?” 
“Waaaaaaaaaaaatttt??”

Even dacht ik terug aan mijn schuldgevoel, en dat ik haar naar buiten had gestuurd. 
Het verhaal over haar vertrek luidde als volgt: De avond van haar thuiskomst, was Shakira de laatste kat van de acht die hun baasje kwam begroeten na thuiskomst van haar vakantie. In de loop van de dagen erna, kwam zij echter steeds minder vaak thuis, en uiteindelijk helemaal niet meer. 

Gelukkig was het niet moeilijk haar op te sporen: zij verbleef in een huis vijf deuren verderop. Daar woonde een dame alleen, die haar kat net het jaar daarvoor verloren had. 
Het leek erop dat Shakira het daar prima naar haar zin had. De dame en zij waren de enigen in de tuin: geen andere katten, geen kittens. Geen eten, liefde of aandacht die ze hoefde te delen. Op het terras staat een stoel voor haar alleen om op te slapen. De dame aaide haar en Shakira liet het zich welgevallen. Wat wil een kat nog meer?

Shakira in haar eigen stoel

Helaas is er wel degelijk een wolkje in de lucht te bespeuren. Het eiland Büyükada fungeert voor de meeste bewoners slechts als zomerverblijf en zij vertrekken doorgaans in de maand september om de winter door te brengen in de stad (Istanbul). Wat betekent dat Shakira binnen korte tijd haar nieuwe verblijf en baasje kwijtraakt. 

Gelukkig is er een ander plekje waar zij altijd welkom is: Bij haar oude baasje. Hopelijk weet zij de weg naar huis terug te vinden!

Cat Family·International sits·Love for cats

Het verhaal van Tom & Jerry

Tom & Jerry zijn in dit verhaal allebei poezen, en broers. Hun bloedband is hen niet aan te zien, behalve dat het beide lenige, ranke katten zijn met zwarte kussentjes onder hun pootjes. Evenmin heb ik ooit gemerkt dat ze naar elkaar toe trekken. De persoonlijkheden zijn heel verschillend. Tom is een eigenheimer, een loner. Hij laat zich aaien, maar daarna is hij meestal snel weer weg: hij komt alleen thuis om te eten. Voorheen was hij meer een binnenkat, maar dan lag hij alleen maar op een boekenplank te slapen. Dat is mijn eerste herinnering aan hem: terwijl ik op de laptop zat te werken, bengelde er een lange zwarte staart net buiten mijn gezichtsveld. Ik zag hem weliswaar niet, maar was me er voortdurend van bewust.

Tom plukt de dag

 Jerry daarentegen is een aanhankelijk beestje. Niet meteen, hij lijkt wat reserves te hebben. In eerste instantie viel hij me ook niet zo op en begreep ik niet waarom juist hij het lievelingetje van het baasje was. Zij was daar heel stellig in: “Van hem houd ik het meest:. Zeker, hij zag er schattig uit met zijn amandelvormige ogen en het zwarte vlekje op zijn neus dat me aan een dropje deed denken. Later – veel later! – begreep ik het pas. Hij verbaasde hij me met zijn affectie. Hij klauterde bij mij op schoot, zette beide voorpootjes op mijn schouders en legde zijn koppie in mijn nek. Wie zwicht er nu niet voor zoveel liefde?

Jerry

Hun baasje vond ze- jaren daarvoor – in haar tuin en ze waren, zoals wel vaker het geval is bij kittens die geen thuis hebben, in een abominabele staat. Ze waren vies, nat en hongerig en zij trok zich hun lot aan. Ze nam ze een tijdje in huis, alleen maar om ze er bovenop te helpen en liet ze daarna weer naar buiten. Helaas ging het daarna weer snel mis. Hun immuunsysteem was niet wat het zijn moest en ze kregen beiden diarree. Hun baasje zette alles op alles om ze er bovenop te krijgen. Dat hield ook in: een permanente status als binnenkat. Eerst verzorgde ze hen op eigen gelegenheid, toen dat niet het gewenste effect had, met hulp van een bevriende dierenarts. 

Tom kwam er al snel bovenop, Jerry bleef een zorgenkindje. Zijn baasje hield hem het liefst zij zich, om een oogje in het zeil te kunnen houden. Dat maakte hem een beetje tot een moederskindje. 

Recentelijk wilde hij plots wat vaker naar buiten: alsof hij nu eindelijk een grote jongen was. Hij hield het slechts enkele weken vol, want hij ontwikkelde een allergie. Zijn buik zat vol met rode vlekken. Daarmee werd het einde van Jerry’s avonturen ingeluid. 

Cat Family·International sits·Love for cats

Wat zegt een naam nou helemaal?

Een forse kat met een wat norse uitstraling, dat was het eerste wat me aan hem opviel. Aanvankelijk kwam hij nooit uit zichzelf naar mij toe mits het etenstijd was, dat zal aan zijn ontoegankelijke indruk hebben bijgedragen. Ruwe bolster, blanke pit, zoveel was al snel duidelijk.

In een kattenhuishouden van acht kan het rond etenstijd snel druk zijn. Tel daar de tuinkatten bij op, die daar ‘wonen’ en ook tweemaal daags gevoerd worden en stel je daar de hectiek van voor. We bevinden ons op het mooie eiland Büyükada, Turkije. Gezien het grote aantal zwerfkatten kan het aantal ‘tuinkatten’ per dag verschillen.
Het proces rond etenstijd gaat regelmatig met gegrauw en uithalen gepaard, voortkomend uit een lichte paniek van de kant van sommige poezen die bang dat hun avondmaal aan ze voorbij zal gaan.  Terwijl er altijd genoeg is voor iedereen! 

Lieve Jongen wacht geduldig

Mijn grote vriend is de enige die dat lijkt te begrijpen: hij zit er doorgaans bij en kijkt ernaar, geduldig wachtend. Zodra hij merkt dat ik klaar ben met het uitdelen aan de voortuin-posse, loopt hij meestal al uit zichzelf naar zijn favoriete pilaar in de tuin. Hij weet dat hij daar zijn eten krijgt als ik op punt van vertrek sta. Als ik hem namelijk zou verplichten binnen te eten, wat de gewoonlijke gang van zaken is bij de ‘binnenkatten’, zou hij vervolgens op mijn terugkeer moeten wachten. Ik gun hem zijn tijd lekker buiten door te kunnen brengen, waar hij het liefst is. 
Hij is er dankbaar voor, dat weet ik zeker. Als hij op zijn lievelingspilaar wacht op zijn eten spint hij. Niet luid, dat past hem niet zo. Maar wel duidelijke hoorbaar.

Maar dan die naam! Vanwege een klein maar duidelijk zichtbaar zwart vlekje vlak onder zijn neus, heeft zijn baasje hem Hitler genoemd. In het Turks klinkt dat trouwens als Hitlèr. Tijdens de eerste sit plaatste ik een ludieke prijsvraag op sociale media: kijk goed naar deze grote jongen en raad zijn naam. Wat bleek? Sommigen vermoedden de naam wel, maar vonden deze te schokkend om hem te durven noemen. Zijn baasje haalde haar schouders op toen ik dit bij haar meldde. “Het is alleen maar vanwege het vlekje, geen enkele andere reden,” verklaarde zij. Context is alles. Zij komt uit een ander land, met een andere geschiedenis.

Mister Moustachio

Zelf ben ik er in elk geval nooit helemaal aan gewend, om zijn naam te roepen als het etenstijd was voor de katten. Uiteindelijk heb ik die verbasterd tot ‘Hitlertje’, of nog beter: Lieve Jongen. Dat past ook net iets beter bij zijn vriendelijke inborst. 

Cat behaviour·Cat Family·International sits·Love for cats

De coolste kat

Gelijk al, de eerste zomer, vond ik ÇıtÇıt (zeg: Tjut-Tjut) de coolste kat van het hele stel. De naam is op goed geluk gekozen, door een leerlinge van zijn baasje. Het betekent namelijk ‘drukknoopje’, niet echt voor de hand liggend bij een poes met zo’n zachte en pluizige vacht. Een vertaling van het woord ‘pluizenbol’ was meer relevant geweest!


Hij was op het moment van onze eerste kennismaking aan een streng dieet van speciale brokjes onderworpen, omdat hij last van nierstenen had. Dat regime had wel wat voeten in de aarde, want om hem in de gaten te kunnen houden mocht hij een week niet naar buiten.
Een week! Dat is een ontzettend lange tijd voor de coolste kat van het eiland Büyükada, gelegen in de Zee van Marmara op een steenworp afstand van Istanbul. Maar omdat hij het type ruwe-bolster-blanke-pit was, protesteerde hij niet teveel. Hij probeerde alleen af en toe te ontsnappen. Als hem dat lukte, kostte het gelukkig niet te veel moeite hem te pakken te krijgen en weer mee naar binnen te loodsen. 
Het einde van de kuur werd dan ook met dankbaarheid ontvangen. Eindelijke kon hij weer gaan en staan waar hij wilde: buiten! Regelmatig stond ik oog-in-oog met hem, als hij op een van zijn lievelingsplekje lag, in een zonnescherm dat boven het binnenplaatsje hing dat aan de keuken grensde. 

Oog in oog met ÇıtÇıt

De reden dat hij in mijn ogen de coolste kat van het eiland was, was omdat hij te allen tijde zijn eigen gang leek te gaan. Op zijn dooie gemakje. Zo was ook zijn manier van communiceren. Als ik in de keuken bezig was, volstond een enkel ‘miauw’ om mijn aandacht te trekken. Zijn eigen geluid was uit duizenden herkenbaar, ik hoefde niet te controleren of hij het was. Soms zei hij ook helemaal niets. Dan zat hij op het muurtje te wachten tot ik hem in het vizier kreeg. 

Hoewel hij een je-weet-wel-kater was, was hij voor niemand bang. Niet voor de “echte mannen” uit de achtertuin. Hij keek ze recht in de ogen als hij langs ze liep; ze legden hem nooit een strobreed in de weg. Naar de andere katten uit het huishouden van acht mauwde hij kort ter herkenning. De kittens kregen weleens een corrigerende tik, als ze hem te veel irriteerden in het passeren. Dan gromde en siste hij erbij, zodat het ook voor mij vrij duidelijk was welke verbale oorvijg ze erbij kregen! 

Door die zachte, pluizige vacht zag ÇıtÇıt er uitermate aaibaar uit. Een knuffelkat was hij echter niet. Het leek er sterk op, dat hij zich enig geaai liet welgevallen: het maakte hem niet zoveel uit, als hij je er een plezier mee deed! 

ÇıtÇıt neemt een zandbad

Ik zie hem nog lopen, na de maaltijd zonder omkijken de keuken uit, trap af en de tuin in.