Het meisje met de gouden ogen draagt de naam Kitty. Ze is geen mens, maar een kat, en een van de rustigste en in eerste instantie een van de minst in het oog lopende leden van een uitgebreide poezenfamilie waar ik sinds enkele jaren op pas. Maar ik heb een absolute zwak voor haar, omdat ik alle wezens die zonder al te veel bombarie hun eigen plan trekken bewonder.

Kitty weet namelijk heel goed wat zij wil, en hoe dat te bereiken. Wil zij naar buiten, dan gaat zij zeker naar buiten. Precies op het juiste tijdstip weet zij, vanaf een zorgvuldig gekozen positie bij de achterdeur, oogcontact te maken. Waarop een vragend ‘miauw?’ volgt. Spoedig gaat de deur voor haar open en achter haar weer dicht. En op het moment dat zij daar klaar voor is, komt ze weer terug naar binnen. Net zoals ze haar moment van vertrek subliem weet te timen, slaagt ze er ook in op exact het juiste moment in de achtertuin te verschijnen. Of ze is geduldig wachtend op het muurtje tegenover de achterdeur te vinden. Het lijkt erop dat zij dat wachten niet heel erg vindt, want zij houdt ervan buiten te zijn. Evengoed brengt zij regelmatig een nachtje buiten in de tuin door. Terwijl de dagen daar heet zijn, brengen de nachten namelijk verkoeling met zich mee.
Wanneer zij de verkeerde brokjes – die welke zij niet zo lekker vindt – in haar bakje treft, geeft zij dat eveneens duidelijk te kennen. Je ziet haar behoedzaam aan de inhoud ruiken zonder er ook maar eens van te proeven. Waarna ze zich omdraait, je intens aanstaart met haar grote, goudkleurige ogen en haar verzoek vocaliseert. “Niet die, die andere!” Dit houdt zij vol, tot zij heeft bereikt wat zij graag wilde.